Seesink
De geslachtsnaam “Seesink” is ook een boerderijnaam. Dat wil zeggen dat de achternaam gekoppeld is aan een naam van een boerderij. In de Achterhoek was het vernoemen van personen naar de naam van de boerderij waar men kwam te wonen een zeer algemeen gebruik. Oorspronkelijk bestonden er in deze streek geen familienamen. Het zou echter ook goed kunnen dat de boerderij de naam van de pachter heeft gekregen.
Volgens het Meertens instituut te Amsterdam kan de naam betrekking hebben op de boerderijen Seesinck of Segessinck in Warken (Warnsveld) in het jaar 1255, Sessinc in Hengelo (Gld.) in het jaar 1362 en Zegesinck in Varsseveld in het jaar 1399. In het laatste geval is echter niet duidelijk welke boerderij in Varsseveld wordt bedoeld omdat er in Varsseveld sprake is van meerdere boerderijen; Groot Seesink en Zeesink Binnen.
De boerderij Groot Seesink ten noorden van Varsseveld, in Heelweg, wordt al genoemd in de 14e eeuw en is de kern van het oorspronkelijke vol erve Seesink dat later, in de periode tussen de vermeldingen in de verpondingsregisters van 1427 en 1650, is gesplitst in twee halve erven Groot Seesink en Klein Seesink.
De andere boerderij, ten zuiden van Varsseveld in de buurschap Binnen Heurne, is de boerderij Zeesink Binnen, tegenwoordig genaamd ’t Olde Seesink. Dit was destijds een grote boerderij aan het Binnen Beekje. Tot deze boerderij behoorde de grond van ’t Goet Seesink waar zo wordt verondersteld al in 1200 geboerd werd.
Het gebied rondom de boerderij ’t Olde Seesink bestond voor een zeer groot deel uit bos en behoorde met de boerderij tot de bezittingen van “het Hoog Graaflijk Huis Bergh, Van Zijne Doorluchtige Hoogheid Den Souvereine Vorst Van Hohen Zollern Sigmaringen Graaf van den Bergh enzovoorts enzovoorts enzovoorts”. De pachters hielden zich vooral bezig met de ontginning van het gebied. De familie Seesink had ’t Olde Seesink in pacht van 1561 – 1774.
Later werden op ’t Goet Seesink nog twee boerderijen gebouwd. De eerste in 1876 tussen ’t Olde Seesink en de Seesinkvloetstraat. Deze boerderij kreeg de naam Nieuw Seesink. De eerste bewoonster was een dochter van de toenmalige pachter van ’t Olde Seesink. In 1936, werd een deel van ’t Goet Seesink overgedragen aan de boerderij Ni-j Seesink. Deze boerderij is in 1936 ten zuiden van de Harterinkdijk gebouwd, nadat er een nieuwe boerderij Harterink was gebouwd aan de noordzijde van de Harterinkdijk. De grond van de oude Harterink boerderij ten zuiden van de Harterinkdijk is toen verkocht aan Ni-j Seesink; oftewel in niet dialect ook Nieuw Seesink.
De boerderijen in Heelweg werden bewoond door protestante Seesink, de boerderij in de Binnen Heurne door katholieke Seesink. Verwantschap tussen beide werd tot op heden niet aangetoond.
Van oorsprong pachters van de boerderij ’t Olde Seesink verspreidde de katholieke Seesinks zich geleidelijk over een wijder gebied in de Achterhoek, terwijl er via Dinxperlo zich een tak vestigde onder Rotterdam en vandaar uit naar Rotterdam, Den Haag en omgeving.
DE NAAM SEESINK
De naam heeft de zo kenmerkende suffix -ink of -inck. Een naam met deze suffix komt veel voor in de Saksische streken van ons land, waaronder de Achterhoek. Deze -ink komt van de in de Germaanse taal gebruikte suffix -ing en heeft als oorspronkelijke betekenis o.a. die van “iemand behorende tot het gezin, de familie, het geslacht van”, “afkomstig van”, “betrekking hebbende op”. In de Frankische streken bleef ‘t suffix -ing, maar in de Saksische streken werd het -ink. Tot de 12e eeuw was de vorming van de geslachtsnamen met het suffix -ink gebruikelijk. Het zou dus goed kunnen dat de naam Seesink al vroeger in de middeleeuwen is ontstaan.
Het eerste lid van zo’n samenstelde naam is dan meestal ‘n oude Germaanse persoonsnaam. Op basis van de eerder genoemde namen Seesinck of Segessinck en Zegesinck zou dan de persoonsnaam dan kunnen zijn Segizo of Sigizo met als stam het woord sigu, dat ‘zege’ betekent.
Het is goed om te weten dat de naam Seesink vele schrijfwijzes kent. Er zijn inmiddels sinds 1520, in 500 jaar, al meer dan 50 schrijfwijzen voor deze naam. Veelal omdat men opschreef wat men hoorde. De oudst gevonden geslachtsnaam is Zesinck (begin 1500). Enkele veel voorkomende schrijfwijzes zijn tegenwoordig Sesink, Seesing of Seesink.
SCHRIJFWIJZEN:
– Cessingh, Cessingk
– Seesinck, Seesing, Seezing, Seezink, Seesingh, Seesink, Seezink
– Seessink, Seessinck, Seissink, Seissingk, Seissinck
– Seising, Seisingh, Seisenk, Seisink
– Seijsink, Seijsink, Seijsinck, Seijssinck, Seijssingck, Seijssingh, Seijssingk, Seijsing, Seiszingh,
– Sesinck, Sesing, Sezing, Sesingh, Sesink, Sessing, Sessink, Sessinck, Sessijnk
– Zeesink, Zeesinck, Zeessink, Zeesingh, Zaessingh
– Zeissink, Zeissing, Zeijssink, Zeising, Zeysing, Zessingh, Zessing
– Zesink, Zesinck, Zesing, Zezing, Zezink, Cäsink, Cesink
In andere talen wordt de naam Seesink onder andere geschreven als:
– Sasink, Sassing, Shasink, Zassink, Ziesing
– Zising, Zizing, Zsezink
VOORNAAMSTE VERSPREIDINGSGEBIEDEN VAN DE FAMILIE SEESINK
Achterhoek: Gendringen, Dinxperlo, Herwen & Aerdt, Steenderen, Hengelo, Terborg, Silvolde, Didam, Doetinchem, Baak, Bergh, Lobith, Lichtenvoorde, Arnhem
Vanaf 1732: Duitsland: Anholt, Bocholt, Haldern, Millingen e.o.
Vanaf 1803: Zuid-Holland: Hoogvliet, Rotterdam, Delft, Vlaardingen, Schipluiden, Den Haag e.o.
Vanaf 1851: USA: diverse staten
Vanaf 1932: Brabant: Bergeijk e.o
VAN KERVELL/KERVENHEIM
Bij de eerste persoon in de namenreeks van de Seesink’s afkomstig van de boerderij ’t Olde Seesink ten zuiden van Varsseveld, die van Berendt Zesinck, worden niet alleen andere schrijfwijzes voor de voor- en achternaam gebruikt, maar ook een alias. Zo wordt Berendt Zesinck ook genoemd Beerent van Kervel alias Seijssinck of gewoon Bernt van Kervell. Maar andersom komt ook voor Berndt Sessingck gend. Kervell. In plaats van de alias wordt nu geschreven genant of genaamd. Voorbeelden hiervan vinden we terug in de stukken bij de Raad van State uit 1582/1583. Hierin staat: Bernt van Kervell genant Sesinck of Berndt van Kervel genoemt Seisinck.
In een ‘Historiografisch essay over de heerlijkheid Waterschei en Nudorp’ wordt een Beerent van Kervel alias Seijssinck in verband gebracht met ene Johan van Kervel alias Seijssinck, van wie een in Genk genoemde jonker Bernard van Kervel afstamde. Deze Bernard leek het beter om gedurende het begin van de Tachtigjarige Oorlog, na de afscheiding, zijn heil te zoeken in de Spaanse Nederlanden. Hij maakte deel uit van het inmiddels uitgestorven Belgische takje van het geslacht Kervenheim/Kervel, dat onder andere residentie heeft gehouden in Genk. Dit geslacht uit het Kleefse, vestigde zich in het begin van de 14e eeuw in Oost- Gelderland.
Bekijken wij het vanuit de stamboom van de familie Kervenheim/Kervel dan komen we daarin tegen dat ene Steven van Kervenheim is getrouwd met Bertha van Keppel. Zij vestigden zich, waarschijnlijk tijdens de godsdienstige onlusten, in Vlaanderen. Dit zou een link kunnen zijn naar Bernard van Kervel in Genk.
Uit de stamboom van de familie Kervenheim/Kervel blijkt ook dat een Seijsinck is getrouwd met een Van Karvel of Kervenheim. Mogelijk is deze Seijsinck, van ’t erve Seijsinck te Hengelo in Gelderland, ingetrouwd op de boerderij ’t Kervel. Deze boerderij behoorde tot het landgoed ’t Kervel in de omgeving van Hengelo in Gelderland, dat in 1422 eigendom was van Steven van Kervenheim. Het zou kunnen dat Seijsinck zo aan de naam van Kervel is gekomen.
Een alias wordt gebruikt, wanneer men wil zeggen, dat de naam waarmee iemand wordt genoemd, niet zijn ware naam is. Met een alias of aliasnaam wordt ook bedoelt dat iemand onder meer dan één naam bekend is of als alternatief voor de echte naam van een persoon.