Op 27 mei 1735 wordt op de boerderij ’t Olde Seesink geboren Gerardus (Gerrit) Seesink. Hij is de jongste zoon van Johannes Sesing en Wilhelma Boelen, die ’t Olde Seesink pachtte van 1720 tot 1754.
Gerrit trouwt op 3 april 1768 met Megteld (Meggeltje) Venderbosch die, als dochter van Hendrik Venderbosch en Geesken Vinken, in de boerderij Fijenhuis woonde. Deze boerderij ligt aan de Brussendijk in De Heurne bij Dinxperlo. De naam van de boerderij is mogelijk afkomstig van een eerdere bewoonster in 1674 met de voornaam Fijken. In het Dinxperlose dialect wordt deze naam uitgesproken als Fi-jken of ook wel Fi-je.
Gerrit trouwde in bij Venderbosch en ze krijgen daar 7 kinderen. De oudste zoonJoannes Seesink gaat in maart 1787 wonen in Hoogvliet (Rotterdam) en legt daarmee de basis voor de Seesink’s in het westen van Nederland. Het derde kind Willem Seesink trouwt 16 januari 1823 met Maria Elisabeth Minkhorst en blijft in de boerderij Fijenhuis wonen. Willem was van beroep roskorenmolenaar. De rosmolen werd in 1856 afgebroken.
Vanaf 1843 is Arend Wellink in de boerderij komen wonen. Hij is getrouwd met Johanna Geertruida Seesink; de dochter van Willem Seesink en Maria Elisabeth Minkhorst. Zij kregen meerdere kinderen. In juli 1853 vertrekken Willem en Maria naar Liedern in Pruisen.
1771
In het verpondingsboek van het dorp en kerspel Dinxperlo uit 1771 staat op pagina 135 o.a. het volgende:
Maancedullen bij Gedeputeerden ingekomen ter voldoening aan de kwartierresolutie van 6 juni 1771
Garrit Siesink op Fijenplaatse, van de Giebinkweijde, doet f. 00-11-07½ Garrit Siesink op Fijenplaatse, geeft nog van Fijenplaatse en van Derk Ruesink land f. 02-13-00 Nog van de Rosmeule f. 01-06-08. f. 04-11-03½
1832
Op een kadaster kaart uit 1832 staat Willem Seesink (het derde kind) als landbouwer genoteerd voor: